Over aanspreektitels 

Communiceer je met meerdere personen? 

Zorg er dan voor dat elke lezer of toehoorder zich aangesproken voelt. Gebruik daarom neutrale aanspreektitels voor al je communicatie, of het nu een e-mail of een speech is.  

• Vervang algemene aanspreektitels ‘meneer’, ‘mevrouw’, ‘meneer/mevrouw’, ‘meneer of mevrouw’, ‘dames en heren’ bijvoorbeeld door meer neutrale functietitels als ‘beste collega’s’, ‘beste studenten’, ‘beste genodigden’, ‘beste geïnteresseerden’, enz.  

• Of: gebruik een distributielijst waarin, na je aanspreking, automatisch de voor- en achternaam worden ingevuld, bv. ‘beste {voornaam} {familienaam}’. 

 Communiceer je met één persoon?  

• Ga dan na of de persoon een zelf gekozen voornaam gebruikt en kijk of je in de handtekening informatie vindt over hoe je correspondent aangesproken wil worden: als man, vrouw of via een andere gendermarkering. Als je geen informatie vindt, kies er dan voor om zowel voor- als achternaam te gebruiken.
  bv. Chris Bouwens (zij/haar/haar)spreek je aan met‘Mevrouw Bouwens’. bv. Chris Bouwens (hij/hem/zijn) spreek je aan met ‘Meneer Bouwens’.
  bv. Chris Bouwens (die/hen/hun)spreek je aan met‘Chris Bouwens’.
  bv. Chris Bouwens (hen/hen/hun)spreek je aan met‘Chris Bouwens’.
  

• Gebruik niet enkel ‘Beste’, want dat druist in tegen de algemene e-mail-etiquette. 
  

• Als je een persoon wil aankondigen, vraag dan hoe je dat het best doet. 
  bv. ‘Hoe mag ik je aankondigen?’ / ‘Hoe spreek ik jouw (voor)naam het best uit?’ (bij twijfel over de uitspraak van de naam).
  bv. Als je een debat modereert, kan je een deelnemer in de zaal als volgt aanspreken:
  ‘Wat is je naam en voor wie is je vraag bedoeld?’